Staal is een verzamelnaam voor ijzer-koolstoflegeringen die goed smeedbaar zijn en een beperkte hoeveelheid koolstof bevatten. Staal bevat naast ijzer en het koolstof altijd een aantal andere elementen, zoals mangaan, silicium, fosfor en zwavel.
Er wordt een verschil gemaakt tussen ongelegeerd-, laag- en hooggelegeerd staal:
•Ongelegeerd staal bevat maximaal 1,5% aan legeringselementen (koolstof niet meegerekend). Voorbeelden van legeringselementen zijn mangaan (Mn) of silicium (Si). Meestal is het doel hiervan om het materiaal harder of sterker te maken.
•Laaggelegeerd staal bevat tussen 1,5% en 5% aan extra legeringselementen. Vaak zit er dan nog extra chroom (Cr), vanadium (V), molybdeen (Mo) en/of Nikkel (Ni) bij het ijzer en koolstof. Elk element heeft een bepaalde invloed op de eigenschappen van het uiteindelijke product. Corrosiebestendiger maken (Cr, Ni en Mo doen dat bijvoorbeeld), maar ook slijtvaster zijn veelgevraagde eigenschappen.
•Hooggelegeerd staal bevat meer dan 5% extra elementen. De bekendste soort is RVS.
Ongelegeerd staal:
Staalkwaliteit S235:
S235 is de meest gebruikte staalsoort:
S235 is een samenvatting van een aantal eigenschappen die het materiaal heeft. Zo duidt de S op ”structural”, vrij vertaald constructiestaal of staal. De “235” geeft de vloeigrens in MPa (megapascal in N/mm²) aan bij een dikte van 16 mm.
Staalsoort Vloeigrens Max. Treksterkte
S235 235 N/mm² 310 – 510 N/mm²
S275 275 N/mm² 370 – 530 N/mm²
S355 355 N/mm² 470 – 630 N/mm²